Goed Bezig Panel
"Door corona verliezen we sneller ons geduld"

De coronaperiode legt druk op medewerkers, cliënten en patiënten in zorg en welzijn. Begrip en geduld verdwijnen zo nu en dan naar de achtergrond en lontjes worden korter. Heerst nog steeds het gevoel dat we het ‘samen moeten doen’? We vroegen vier zorgcollega’s om een reactie op de stelling:
Door corona verliezen we sneller ons geduld

Annemarie (31) werkt als verpleegkundige op de spoedeisendehulp van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen
“In mijn werk merk ik dat sommige patiënten en familieleden minder begrip lijken te hebben voor de coronamaatregelen dan aan het begin van de pandemie. Mensen schieten sneller en vaker in de verdediging als we hen op de regels aanspreken, bijvoorbeeld op de regel dat er maar één begeleider bij de patiënt mag zijn. “Ja, maar…”
Ook hebben ze een korter lontje, omdat ze al tijden op hun tenen lopen en hun sportieve of sociale uitlaatklep missen. Sommigen vragen zich af of het virus wel echt zo gevaarlijk is. Anderen geloven in complottheorieën. Het lijkt wel alsof steeds meer mensen zich tegen de beperkingen gaan verzetten. Ik denk dat dat komt omdat het virus niet tastbaar is en de toekomst onzeker. En als je niet direct met het virus en de gevolgen te maken hebt, kan ik me voorstellen dat het lastiger te begrijpen is.
We zijn denk ik allemaal wel een beetje ‘coronamoe’. Zelf snak ik natuurlijk ook naar een leven zonder beperkingen, maar ik ben niet ongeduldig of gefrustreerd. Ik voel me juist extra dankbaar dat ik gezond ben, dat ik door deze crisis niet in de financiële of mentale problemen ben gekomen en dat ik met mijn werk mijn steentje kan bijdragen. Ik realiseer me des te meer hoe gezegend we zijn als we weer in vrijheid kunnen leven.”
Peter (30) werkt als persoonlijk begeleider bij Kwintes, waar hij thuiswonende mensen met psychosociale en psychiatrische problemen begeleidt
“In mijn eigen werk- en privé-omgeving merk ik niet dat mensen hun geduld verliezen of een korter lontje hebben. Wel zijn veel cliënten onrustig: ze hebben vragen over hoe de toekomst eruit zal zien en wat de situatie betekent voor hun behandelplan. Ze kijken uit naar ‘normaal’, maar dat geldt ook voor mijzelf. De wisselende maatregelen, de beperkingen en het ontbrekende perspectief brengen veel onzekerheid met zich mee. Niemand kan garanties geven over de toekomst en ik merk dat die onzekerheid me onrustig maakt.
Daardoor voel ik als begeleider een bepaalde druk. Ik voel me verantwoordelijk voor mijn cliënten en wil hun vragen zo snel mogelijk goed beantwoorden. Maar ik heb niet overal antwoord op en daar ben ik zo open mogelijk over. In tijden als deze is het dan ook, nog meer dan anders, belangrijk dat ik goed met hen blijf communiceren. Ik doe er alles aan om te zorgen dat mijn cliënten zich gezien en gehoord voelen en zich niet eenzaam voelen.”

Anne-Sophie (31) is klinisch ontwikkelingspsycholoog en oprichtster van Groei & Glunder, een zorgorganisatie die persoonlijke begeleiding biedt aan kinderen met een ontwikkelingsstoornis
“Tijdens onze consulten bezoeken we gezinnen thuis. Daar zien we dat veel ouders overbelast zijn door het combineren van het thuiswerken met hun gezin. Hoe kinderen deze periode ervaren verschilt enorm per situatie. Voor het ene kind was het juist fijn om veel thuis te zijn, dat heeft veel rust gebracht. Maar andere kinderen zijn juist totaal overprikkeld, omdat de structuur van naar school gaan ontbrak.
Bij mijn collega’s merk ik dat de coronacrisis veel van onze flexibiliteit vraagt. Als een school sluit of kinderen of ouders plots verkouden zijn, worden de roosters op het laatste moment omgegooid. Daarnaast mist iedereen elkaar en de vertrouwde manier van werken. Daardoor is het lontje korter en wordt er wat sneller gemopperd, maar het geduld is niet op. Ik vind het wel belangrijk om die negatieve spiraal te doorbreken, dus we doen veel aan onze ‘happiness’. Zo hebben we lootjes getrokken, waarbij je de collega op jouw lootje drie weken lang op een creatieve manier in het zonnetje moest zetten. Ook organiseren we vaak online teamuitjes en heeft iedereen een ‘happiness-budget’ gekregen, die we kunnen besteden aan dingen waar we zelf gelukkig en blij van worden.
Zelf ervaar ik juist heel veel rust om me te kunnen focussen op mijn werk. Natuurlijk wil ik ook weer terug naar normaal, want privé krijg ik te weinig prikkels. Maar ik heb me wel neergelegd bij hoe de situatie is, want ik kan er niets aan veranderen. Dat geeft veel rust.”
Mukadder (33) werkt als begeleider en verzorgende IG bij een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking
“Vooral bij onze cliënten merk ik de impact van de maatregelen op het gedrag. Door hun verstandelijke beperking snappen ze niet alles wat er om hen heen gebeurt. Dat ze door de coronaregels sommige dingen niet kunnen doen, schopt hun structuur in de war en dat vinden ze moeilijk. Ze zijn veel thuis, krijgen minder bezoek en ook hun wekelijkse uitstapje naar bijvoorbeeld de markt kan al lange tijd niet doorgaan. Dat heeft invloed op hun humeur: ze zijn sneller geïrriteerd en kunnen zich aan de kleinste dingen ergeren. Ze letten meer op elkaar, geven commentaar en kunnen soms al chagrijnig zijn als we knoeien bij het inschenken van de koffie. Ik snap waarom ze zo reageren, dus ik trek me dat niet persoonlijk aan.
Eerlijk gezegd heb ik zelf niet veel tijd om ‘coronamoe’ te zijn. Ik werk meer, omdat collega’s die verkouden zijn zich moeten testen en thuis moeten blijven. Daardoor heb ik weinig tijd om bij de pakken neer te zitten en bij alle beperkingen stil te staan. Ik doe mijn werk en zorg dat ik er ben voor onze cliënten. Eenmaal thuis ben ik blij als ik kan opladen.”