Tip 1. Beschrijf, maar veroordeel niet
Vertel wat je ziet, hoort (observatie) en wat het met je doet, zonder daar een waardeoordeel aan te koppelen.
Bijvoorbeeld: ‘Ik merkte dat je me niet liet uitpraten tijdens de dagstart. Dat is irritant’. Eerst benoem je wat er gebeurt, je observeert. Dat kan voor herkenning zorgen. Maar ‘Dat is irritant’ is een oordeel; zo komt het op jou over. Misschien is het niet hoe de ander het bedoelt. Wel kun je aangeven wat iemands gedrag met je doet, bijvoorbeeld: ‘Daar word ik onzeker van’.