ikzorg

‘De combinatie van wetenschap en aan het bed staan boeit mij’

In de zorgsector wemelt het van de beroepen. Van huisartsen tot sportcoaches en psychiaters. Onder het mom van ‘gluren bij de buren’ zijn we benieuwd hoe het er bij iemand anders in de zorgsector aan toegaat. Wat zijn de mooie en zware kanten van een beroep? Maaike van Sasse van IJsselt (28), verpleegkundige bij het Beatrixziekenhuis in Gorinchem en docent verpleegkunde aan de Hogeschool Rotterdam, stelt zich voor.

Wat vind je het leukste aan verpleegkundige zijn? 

‘Tijdens mijn opleiding verpleegkunde werkte ik direct mee als verpleegkundige in het Erasmus MC in Rotterdam. Dat betekent dat ik werken en leren combineerde. Tijdens mijn opleiding merkte ik dat ik de wetenschappelijke achtergrond van verpleegkunde heel interessant vond. Klinisch redeneren, dus op basis van wat je ziet en hoort van de patiënt en wat bekend is via de artsen en de familie, begrijpen wat de patiënt nodig heeft. Ook het werken met patiënten die een ingewikkeld probleem hadden, vond ik erg boeiend. En natuurlijk de patiëntenzorg zelf, het van betekenis voor iemand zijn. Toen ik de master verplegingswetenschap volgde, begon ik met het begeleiden van stagiairs, die er in het MC veel zijn. Ook dat vond ik leuk. Zó leuk, dat ik besloot om mijn werk als verpleegkundige te combineren met lesgeven.’

'Ik geef mijn kennis graag door aan een nieuwe lichting verpleegkundigen'

Wat vind je het leukste van zelf aan het bed staan? 

‘Het is heel fijn als je een lichtpuntje kunt zijn voor de patiënt. Ik vind het belangrijk om de patiënt écht te leren kennen, een band met iemand op te bouwen, zodat je diegene zo goed mogelijk kunt helpen. Natuurlijk zijn de complexe problemen razend interessant en is het leuk als je daar als verpleegkundige een bijdrage aan levert, maar uiteindelijk is het welzijn en geluk van je patiënt het allerbelangrijkste. Als je voor je patiënt van toegevoegde waarde bent, de familie ontlast en iemand voor je ogen opknapt, dan geeft dat veel voldoening.’

Gynaecologe Ginny geeft tips voor gebalanceerde hormonen

Vermoeidheid, prikkelbaarheid, een opgeblazen buik. Vaak een gevolg van hormonen die uit balans zijn.

Lees meer

Wat vind je minder aan het vak verpleegkundige? 

‘De weinige waardering en erkenning die we krijgen. Ik ben gaan bloggen over mijn werk omdat ik het belangrijk vind dat mensen meer inzicht krijgen in wat we als verpleegkundigen precies doen. Sommige mensen denken nog steeds dat wij alleen maar mensen wassen en schone kleren aantrekken, maar er komt veel meer bij ons werk kijken. We hebben grote verantwoordelijkheden, moeten snel schakelen en staan vaak onder grote druk. Ik vind het belangrijk dat we meer delen over de inhoud van ons werk, zodat mensen verpleegkundigen de juiste waardering geven.’ 

Merk je dat onder andere verpleegkundigen ook, dat ze die waardering missen? 

‘Absoluut, als docent is dit vaak een onderwerp van gesprek. De werkdruk is erg hoog en als je weinig complimenten krijgt, kan dat ervoor zorgen dat je draagkracht afneemt. Er is veel stress onder verpleegkundigen. In mijn lessen besteden we ook aandacht aan weerbaarheid. Hoe houd je jezelf gezond? Ik stimuleer mijn leerlingen ook om te praten over wat ze meemaken. Je komt soms bizarre en heftige situaties tegen in je werk, het helpt in de verwerking als je daarover praat met elkaar. Daar is in de lessen ruimte voor.’  

Heb jij weleens een bizarre of heftige situatie meegemaakt?

‘Absoluut. Een situatie die me helder voor de geest staat, is de keer dat ik in het weekend aan het werk was op de hoofd-halsafdeling en er een man op de zaal lag die na een operatie meerdere bloedingen had. Er onstond weer een bloeding toen wij aan het werk waren en dus zochten we de bron daarvan. Die vond ik in zijn mond, bij zijn kaak. Het was duidelijk dat hij nogmaals geopereerd moest worden. Maar tot die tijd was de enige manier om de bloeding te stelpen, door met een watje om mijn vinger ín zijn mond te drukken. Dus dat deed ik, tot de operatie begon. Omdat ik last kreeg van mijn hand, trok ik mijn klompjes uit en ging bij de man op bed zitten. Ook onderweg naar de operatiekamer zat ik nog bij hem op bed. Zie je het voor je? Een patiënt in bed met een verpleegkundige ernaast op haar sokken met haar hand in zijn mond. Toen de arts het overnam, kon ik pas weer met m’n hand uit zijn mond. En moest ik op mijn sokken terug naar de afdeling. Een bizarre situatie, maar ik heb iemand wel goed geholpen. En daar doe je het voor.’