Deze 5 slaaptips kende je vast nog niet

Tip 1. 8 uur slapen? Ben je mal!

Je hebt vast gehoord dat 8 uur slaap ideaal is, maar het draait eigenlijk om je slaapcyclus. 's Nachts doorloop je meerdere cycli van lichte en diepe slaap, gemiddeld 90 minuten per cyclus. In een perfecte nacht glijd je soepel van de ene cyclus naar de andere, en hoe dichter je bij de ochtend komt, hoe lichter je slaapt. Je lichaam maakt zich klaar om wakker te worden.

Als je wekker midden in een cyclus afgaat, bijvoorbeeld tijdens diepe slaap, begrijp je waarom je niet fris wakker wordt. Probeer daarom complete cycli te maken, zoals 5 cycli, wat neerkomt op 7,5 uur. Stel dat je wekker om 6.30 uur gaat, dan is 23.00 uur een goede tijd om te gaan slapen. 

Tip 2. Neem tijd voor je pre- en na-slaap

In slaap vallen om 23.00 uur is lastig als je om 22.50 uur nog televisie kijkt. Denk aan je slaaptijd als meer dan alleen de uren dat je slaapt. Je routine voor en na het slapen beïnvloedt de kwaliteit van je slaap en je energieniveau de volgende dag. Begin minstens een half uur voor het slapengaan met voorbereiden. Heb je honger? Kies iets lichts om te eten en drink wat, zodat je geen dorst krijgt. Leg je telefoon weg, dim de lichten en ontspan je lichaam.

Als je wakker wordt, gebruik het eerste uur om je dag energiek te beginnen. Kies voor een goed ontbijt of start met een work-out. Vermijd je telefoon en laat je hersenen langzaam ontwaken door bijvoorbeeld de radio aan te zetten. Direct na het wakker worden zijn je stresshormonen het hoogst; je telefoon kan dit verder verhogen. Probeer het gebruik van je mobiel de eerste anderhalf uur te vermijden, of begin met een kwartier.

Tip 3. Ga niet te vroeg naar bed

Het lijkt misschien niet ideaal om later naar bed te gaan, maar er zit een logische gedachte achter, gebaseerd op je slaapcyclus. Soms is het niet erg om je bedtijd uit te stellen, bijvoorbeeld na een late dienst, een late maaltijd, of een intensieve work-out. In plaats van meteen te proberen te slapen, kun je beter ontspannen en anderhalf uur later naar bed gaan, precies één cyclus later. Je slaapt dan één cyclus minder, bijvoorbeeld vier in plaats van vijf, maar die vier zijn van goede kwaliteit. Hierdoor word je frisser en uitgeruster wakker. De volgende dag kun je weer op tijd naar bed gaan.

Tip 4. Zorg voor genoeg daglicht

En dan bedoelen we natuurlijk niet in de slaapkamer, als het tijd is om naar bed te gaan, maar overdag. Daglicht verbetert je nachtrust. Dat heeft te maken met je interne klok, die met name ’s ochtends door daglicht een seintje krijgt dat het tijd is om wakker te worden. Zeker in de donkere wintermaanden kan het een uitdaging zijn om buiten te komen bij daglicht. Maar tien minuten kan al genoeg zijn, dus neem ’s middags even de tijd om een frisse neus te halen.

Tip 5. Gevoelig voor de krachten van de maan? Gebruik die energie overdag!

Slaap je onrustig tijdens volle maan? Elke 28 dagen kan de maan invloed hebben op je energie, humeur en slaap. De kracht van de maan is het sterkst 2 dagen voor en 2 dagen na volle maan, wat je emoties kan versterken en je een energiek gevoel kan geven. Dit kan het moeilijker maken om in slaap te vallen of zorgen voor levendige dromen. Herken je dit? Gebruik de extra energie dan overdag en neem 's avonds de tijd om rustig in slaap te vallen. Begin eerder met je slaaproutine (zie tip #2) om te ontspannen, zodat je niet meteen hoeft te slapen zodra je in bed ligt.