Wat kun je het beste doen als je te maken krijgt met ongewenst gedrag tijdens je werk?
‘Het is belangrijk er direct met de persoon in kwestie over te praten. Geef aan wat het met jou doet en dat je je er niet prettig bij voelt. Niet iedere cliënt of patiënt is in staat daar samen het gesprek over aan te gaan, maar het is wel belangrijk het te proberen. Tijdens de trainingen die ik geef, leer ik mensen twee of drie keer te zeggen dat ze willen dat het beledigen of discrimineren stopt. Gaat het door? Dan geef je aan dat je dit niet accepteert en dat je zult vertrekken. Veel zorgmedewerkers vinden het lastig hun grenzen zo direct bij cliënten of patiënten aan te geven. Ze zijn vaak aardig en helpend. Maar zulk gedrag moet je stoppen. En dat mag ook, want werkgevers weten dat het niet gepast is. Vervolgens moet je daar als medewerker in gesteund worden door je management. In de Arbowetgeving staat onder andere dat medewerkers zich veilig moeten voelen in het werk en dat de werkgever daar verantwoordelijk voor is.’
Trek je in zo’n situatie gelijk bij je leidinggevende aan de bel?
‘Ik adviseer altijd het eerst te bespreken met je collega’s, op gelijk niveau. Deel ervaringen: hebben jullie dat ook? Hoe gaan jullie ermee om? Wat kunnen we doen om het te stoppen? Vind steun bij elkaar. Schakel ook de leidinggevende in, want die moet op de hoogte zijn van dit soort ongewenst gedrag en kan je steunen en misschien tips geven.’
Welke tip heb je voor zorgmedewerkers om zo’n lastig gesprek aan te gaan?
‘Laat weten hoe je je voelt. Meestal helpt dat, maar niet altijd. Sommige mensen zijn verbaal heel agressief en zullen niet luisteren. Voor zo’n gesprek moet je stevig in je schoenen staan. Weet je van jezelf dat dat niet zo is? Erken dat en zoek steun bij iemand die je kan ondersteunen. Ga bijvoorbeeld met een collega het gesprek aan. Samen kunnen jullie kijken wat de veiligste manier is om het probleem aan te pakken.’
Waarom is het zo belangrijk om erger te voorkomen?
‘Discriminatie en intimidatie op de werkvloer speelt al lange tijd, is nog steeds actueel en kan ook toekomstige collega’s treffen. We moeten er samen voor zorgen dat we één mens zijn en niet allemaal verschillende op basis van onze achtergrond of voorkeur. Zorg voor elkaar en vind steun bij elkaar. Laat horen dat je het niet pikt. Als je niet op tijd grenzen stelt aan het gedrag van een ander, voelt hij of zij zich niet geroepen te stoppen met wat hij doet. Sommige mensen hebben echt niet door wat ze een ander aandoen. Dat komt vaker voor dan we denken.’