interview

‘Mijn liefde voor dit vak is zo groot dat ik maar doorga’

Hoge werkdruk zorgt ervoor dat zorg- en welzijnsmedewerkers minder gelukkig zijn, blijkt uit een onderzoek van ledenorganisatie PGGM onder ruim 10.000 professionals. Ruim de helft van de ondervraagden geeft aan dat ze zich minder gelukkig voelen omdat het werk zo veel energie kost. Oncologieverpleegkundige i.o. Anouk (22), jongerenwerker Jamie (31) en ouderenzorgverpleegkundige Rob (32) gaan hierover in gesprek: hoe ervaren zij de werkdruk en wat doen ze om hun werkplezier te behouden? 

Jamie: ‘Werkdruk is er zeker. De valkuil in mijn werk is dat ik dingen doe die eigenlijk niet bij mijn rol horen. De grenzen tussen jongerenwerkers en hulpverleners zijn vaag. De casussen die wij krijgen zijn ons werkveld, de preventieve kant, eigenlijk al voorbij. Ik help nu bijvoorbeeld een jongere met een alcoholverslaving om naar een kliniek te gaan, maar eigenlijk hoort dat niet bij mijn functie. Wat wel? Helpen met het maken van een cv of een schoolinschrijving. Maar als ik ’s nachts word gebeld door een jongere die op straat staat en niemand kan bereiken, laat ik hem niet in de steek. Dan zorg ik ervoor dat hij diezelfde avond nog bij de daklozenopvang terechtkan. Maar dat zorgt wel voor extra werkdruk.’

Rob: ‘Ik herken dat heel erg. We willen zo goed voor mensen zorgen dat we geen ‘nee’ kunnen zeggen. Zolang we met z’n allen niet anders gaan denken, zal de werkdruk blijven. Ik voel de druk ook: we draaien lange diensten, voor oudere collega’s wordt het werk fysiek zwaarder, jonge collega’s strugglen met de combinatie met een jong gezin en uiteindelijk vallen collega’s uit. Tijdens de coronaperiode was ik soms de enige verpleegkundige op de afdeling. Maar tegelijkertijd zijn de eisen die wij stellen aan de kwaliteit van het leven hoog. Als je het mij vraagt, zorgt dat al voor 30% van de werkdruk. We willen dat ouderen iedere dag ‘shiny’ en met lippenstift op aan de ontbijttafel zitten. En waarom? Iemand wil vooral liefdevol behandeld worden.’

Rob: ‘Het gaat om de kwaliteit van benadering van bewoners. Als we van werkdruk een gezamenlijk probleem maken – medewerkers, bewoners, patiënten of cliënten – creeër je commitment en zijn cliënten ook bereid om in sommige situaties die lat voor kwaliteit iets lager te leggen. Hoe is dat in het ziekenhuis, Anouk?’

Anouk: ‘Patiënten mogen natuurlijk goede zorg verwachten, maar de druk die op ons wordt gelegd is hoog. Door patiënten, maar ook door familie. En ik snap het ook, want toen mijn oma laatst in het ziekenhuis lag, wilde ik ook dat hij de beste zorg kreeg. Het gaat om iemand van wie je houdt, en daar wil je het beste voor.’

Jamie: ‘En de hoeveelheid werk?’

Anouk: ‘Tijdens de coronaperiode was de werkdruk heel hoog. Sommige collega’s vielen (langdurig) uit, en dan moet je het toch samen regelen. Mijn rooster was heel onregelmatig, soms kreeg ik ‘m pas een week van tevoren. Vrienden en familie zag ik weinig. Ontspannen was er eigenlijk niet bij. We hebben het regelmatig over de werkdruk binnen ons team: we kunnen wel blijven zeggen dat het zo druk is, maar daar wordt het niet beter van.’

Werkdruk bespreekbaar maken

Anouk: ‘Hebben jullie het er over met collega’s of anderen?’

Jamie: ‘Ja, zeker. Veel sociaalwerkers zijn te bescheiden, sociaal en denken te snel: ik doe het wel. Maar je mag best je grenzen aangeven om het gezond te houden voor jezelf. En ervoor zorgen dat anderen het werk doen dat bij hun rol hoort. Sinds ik wat meer tegengas ben gaan geven, heb ik het voor mezelf wel makkelijker gemaakt. Bij gemeenten of hulpverleners geef ik nu vaker aan: kijk eens wat ik allemaal heb gedaan? Ik doe het met liefde voor deze jongeren, maar eigenlijk is dit jouw taak.’

Anouk: ‘We voelen ons heel verantwoordelijk, willen er alles aan doen om goede zorg te leveren. Ook al is daar niet altijd genoeg tijd voor. Maar uiteindelijk is het wel onze verantwoordelijkheid.’

‘Debby heeft me geleerd meer te genieten van de kleine dingen’

Iets voor iemand anders doen, doe je omdat je wilt helpen. Het zorgt voor voldoening. Sabine (24) is dialyseverpleegkundige en is ‘maatje’, van Debby (31). Wat betekent Sabine’s hulp voor Debby, en wat doet het met haarzelf?

Lees meer

Hoge eisen aan zorg- en hulpverlening

Jamie: ‘Wordt het jullie weleens te veel?’

Anouk: ‘Soms wel ja, maar het verschilt per dienst. De ene dag zijn er vooral patiënten die veel zelf doen en weinig zorg vragen, maar er zijn ook diensten met heel zieke patiënten of veel acute situaties. Dan lopen we over. Dat is denk ik ook het probleem: er wordt gekeken naar het aantal ‘poppetjes’. De ene dag is de dienst rustig en is de bezetting inderdaad goed, maar op andere dagen is dat aantal verpleegkundigen niet genoeg voor de zorg die nodig is. Het zou mooi zijn als daar beter rekening mee gehouden kan worden, maar ik denk niet dat daar op te plannen valt. Iedere dag is anders. Daarom vind ik werken in de zorg zo leuk. Maar mijn perfectionisme is dan soms misschien wel mijn valkuil: ik wil niet ‘alleen maar’ zorg leveren. Ik wil ook een praatje maken, ervoor zorgen dat iemand er netjes en verzorgd bij zit. Op sommige dagen ga ik daardoor misschien wel over mijn eigen grenzen heen.’

Rob: ‘Wat doe je dan om los te komen van je werk?’

Anouk: ‘Ontspannen vind ik lastig… Maar ik probeer er niet in te blijven hangen. Na een drukke dag ga ik ’s avonds gewoon iets leuks doen met mijn vriend. Dat helpt.’ 

Rob: ‘Ik probeer altijd voor ogen te houden dat patiënten en cliënten thuis vooral vertellen hoe ze behandeld zijn. Of er naar hen is geluisterd, of ze zich gehoord voelden. Het vertrouwen in de verpleegkundige handelingen is er wel. Veel patiënten hebben daar – even plat gezegd – de ballen verstand van. Maar de prettige ervaring, voor zover je dat in een ziekenhuis hebt, maken de eisen van patiënten en cliënten denk ik ook wat milder. Bij onze ouderen merk ik dat in ieder geval wel. Ik kom altijd wel een paar minuten te laat. Daar heeft nog nooit een bewoner over geklaagd. Want waar het om gaat voor hen, is de aandacht die ik geef als ik er ben.’  

Jamie: ‘In jongerenwerk is het vooral het systeem van wet- en regelgeving, kaders en geld dat de praktijk steeds complexer maakt. En waardoor de werkdruk steeds hoger wordt. Sommige professionals van hogerhand, die moeten oordelen over de praktijk, hebben geen idee hoe het er ‘op straat’ aan toe gaat. Er gaat zoveel tijd naar formaliteiten, dat er steeds minder tijd over blijft voor de échte hulp die jongeren nodig hebben. Daarom hoop ik dat er in de toekomst meer wordt gekeken naar de praktijk, in plaats van wat er op papier staat. Dat zou ons werk een stuk makkelijker maken.

'Er gaat zo veel tijd naar formaliteiten, dat er steeds minder tijd overblijft voor de dingen die jongeren écht helpen'

Ontspannen en je werk loslaten

Jamie: ‘Wat doe jij om te ontspannen, Rob?’

Rob: ‘Ik sport graag, vooral buiten. De afgelopen twee jaar heb ik, maar ik denk heel veel mensen, geleerd hoe belangrijk gezondheid is. En ik heb twee kinderen: één blik op hen is al genoeg om mijn werk te vergeten. Ik kan nog een hoop leren van hun vermogen om te genieten in het moment. Verder probeer ik zo nuchter mogelijk te leven. We hoeven niet allemaal president te worden en de wereldproblematiek op te lossen.’

Jamie: ‘Inderdaad, door corona zijn mensen wel met hun neus op de feiten gedrukt. Terug naar de simpele stilte, niet constant vluchten in bezig zijn. Hoe belangrijk het is om even stil te staan en te beseffen dat het leven ook goed kan zijn met simpele dingen. Ik ben veel bezig met mindset, mediteer ook. Ik ga graag de natuur in, en voetbal drie tot vier keer per week. Maar ik praat ook graag met mensen om dingen te begrijpen. En te leren dat het belangrijk is om te praten, ook als je dat eigenlijk niet wilt.’

Anouk: ‘Praten doe ik ook met collega’s. Ik zit in een fijn team waar ik echt mijn ei kwijt kan. Na iedere dienst proberen we met elkaar te bespreken hoe het ging en wat er de volgende keer beter kan. Eenmaal thuis vind ik ontspannen soms best lastig, ik ben graag bezig. Maar ik probeer er niet in te blijven hangen. Ik houd heel erg van koken en dat helpt om mijn hoofd leeg te maken. Muziekje op en aan de slag. Ook vind ik het fijn om leuke dingen doen met mijn vriend of vriendinnen.’