Totaal iets anders dus! Heb je veel moeten leren?
'Ja ontzettend veel. Volwassen geneeskunde is compleet anders dan kindergeneeskunde. Opeens moest ik weer precies weten welke botjes er allemaal in je hand zitten, of ik kreeg zware rokers met COPD op de afdeling, iets wat je bij kinderen natuurlijk niet ziet. Ook zaken als brandwonden had ik nog niet eerder behandeld. Ik kwam dus in een gigantisch kennis-gat terecht en moest mezelf enorm gaan bijscholen. Maar ik vond het geweldig en was helemaal lyrisch over alles wat ik zag. Toen ik voor het eerst een geamputeerde voet van een verongelukte motorrijder op ijs moest zetten, was het wel even slikken maar ik gíng gewoon door en wist: dit is wat ik wil!'
Heb je ook veel van je collega’s geleerd in die tijd?
'Absoluut! Ik kon enorm op de expertise van de verpleging terugvallen. Hoewel je in die tijd tijdens je nachtdienst nog geen SEH-artsen als achterwacht had die je om advies kon vragen. Dus je deed het echt als jonge dokter vrijwel in je eentje. Nu is dat anders en toen ik zelf achterwacht werd, zei ik altijd tegen de jonge dokters: ‘Je mag me altijd bellen. Al is het 10 keer per nacht, dat maakt me niet uit.’'