interview

'Door de coronacrisis realiseer ik me hoe erg ik mijn werk in de zorg heb gemist'

Bijna zes jaar geleden ging een droom van oud-verpleegkundige Paul en zijn man Sander in vervulling. Ze openden een koffie- en lunchzaak en een eigen B&B. Maar het zorgbloed kruipt waar het niet gaan kan, dus toen Paul door corona beide bedrijven tijdelijk moest sluiten, besloot hij terug te keren naar zijn oud-collega’s in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. 'Ik maak het mezelf moeilijk door het me zo aan te trekken.'

Was het lastig, terugkeren naar de zorg?

'Absoluut niet. Toen we de deuren van onze zaken moesten sluiten, hadden we ineens tijd over. Ik wilde me nuttig maken. Mijn moeder wees me op de boodschap van toenmalig minister Bruins. Hij riep oud-zorgmedewerkers met een recent verlopen BIG-registratie op bij te springen in de zorg. 'Natuurlijk', dacht ik. 'Dit is het. Ik ga helpen.'

Zelf heb ik geen moment getwijfeld, maar mensen in mijn omgeving waren wat terughoudender. Ze vroegen of ik het wel zeker wist, want dan ‘waagde ik me in het hol van de leeuw’. Maar dat doe je als zorgmedewerker toch altijd? Binnen vijf dagen nadat ik een oud-collega had gevraagd of ze hulp kon gebruiken, stond ik het in het ziekenhuis mijn uniform te passen.'

Wist je meteen wat je moest doen?

'Spannend, maar het voelde heel goed om terug te zijn. De reacties van oud-collega’s en nieuwe collega’s waren hartverwarmend. Het voelde als een warm bad. Na drie dagen inwerken ging ik aan de slag op een corona-afdeling. Dat was heel pittig en stressvol. Het verdriet is daar enorm en dat gaat je niet in de koude kleren zitten.'

Wat is het heftigste dat je hebt meegemaakt?

'Als je mensen een paar dagen verzorgt, bouw je een band op. Niet alleen met de patiënt, maar ook met de familieleden. Je beantwoordt hun vragen, probeert hen gerust te stellen en hun angst weg te nemen. Ik verzorgde een echtpaar op twee verschillende afdelingen. De man had corona en is uiteindelijk overleden. Al die tijd hebben de twee elkaar niet gezien. Pas op het laatste moment hebben ze, volgens de regels in het protocol, afscheid mogen nemen.

De man was toen al zo ziek dat hij bijna geen contact meer met zijn vrouw kon maken. Daar heb ik het best zwaar mee gehad. Ik maak het mezelf moeilijk door het me zo aan te trekken, maar dat is hoe ik ben. Ik zou mijn werk niet op een andere manier kunnen doen.'

Was je terugkeer in de zorg zoals je had verwacht?

'Het is veel pittiger dan ik had gedacht. Je weet ’s ochtends niet wat er die dag gaat gebeuren. Met patiënten, maar ook intern. In het begin veranderde er bijna iedere dag wel iets in het veiligheidsprotocol en waren er veel wisselingen in het team door flexwerkers, zoals ik, die zieke collega’s moesten vervangen. Gelukkig herstelden zij snel en kwam er meer rust.

Na een paar weken kwam ik in een ritme en ik voelde me lichamelijk nog steeds goed. De band met collega’s is in korte tijd enorm hecht geworden, omdat je samen zoveel meemaakt. Je ondersteunt elkaar tijdens het werk, maar ook privé.

Sommige collega’s hebben bijvoorbeeld een nieuwe liefde die ze wekenlang niet hebben gezien, omdat hun ouders in de risicogroep vallen en ze niet het risico willen lopen om besmet te raken. Ze hebben niemand om bij thuis te komen na een lange, heftige werkdag en voelen zich alleen. Het is fijn dat we dat samen kunnen delen, en soms ook even kunnen huilen. Want wij zijn ook maar mensen.'

Wat ga je doen als de coronacrisis straks voorbij is?

'Door de coronacrisis realiseer ik me hoe erg ik mijn vak heb gemist. Ik heb dan ook besloten een paar dagen per week in het ziekenhuis te blijven werken. Ik was al langere tijd aan het bedenken hoe ik ons ondernemersavontuur kon combineren met mijn andere passie.

Door corona is het in een stroomversnelling geraakt. Hoe blij ik ook ben om terug te zijn op mijn oude plek; Anne&Max en de B&B blijven onze ‘kindjes’, dus mijn man en ik gaan er alles aan doen om het te kunnen combineren. Ik kijk uit naar mijn nieuwe avontuur in de zorg. Het is zwaar, maar ook heel mooi werk. Ik zou het niet meer willen missen.'