tips

Slaapproblemen en wisselende werktijden

Wisselende werktijden, ook ’s nachts moeten werken… Niet ongewoon als je werkt in zorg en welzijn. Je zou er zomaar wakker van kunnen liggen. Met deze 6 slimme tips kom je toch uitgerust voor de dag (of nacht).

Tip 1. Vaste slaapperiode

Probeer een tijdsperiode te vinden waarin je altijd kunt slapen, ongeacht of je moet werken of niet. Als je bijvoorbeeld altijd vroege en late diensten werkt – zeg van 7.00 uur tot 14.30 uur en van 14.30 uur tot 22.00 uur – zou dit bijvoorbeeld van 23.00 uur tot 6.00 uur zijn. Verklaar deze tijd heilig en zorg ervoor dat je dan altijd in je bed ligt. Niet alleen doordeweeks, maar ook zoveel mogelijk tijdens het weekend.

Tip 2. Doe powernaps

Doe wat vaker powernaps om het tekort aan slaap aan te vullen. Als je basisslaapperiode wellicht wat aan de korte kant is kun je deze op een slimme manier aanvullen. Bij vroege diensten: een powernap direct na je dienst (maximaal een uurtje) en/of een uur eerder gaan slapen. Bij late diensten: een uur extra uitslapen, maar niet meer dan dat.

Tip 3. Doe een extra dutje voor je nachtdienst

Doe een dutje voor je nachtdienst. Een paar uurtjes slapen (maximaal 2) voor je nachtdienst kan helpen om de nacht veel makkelijker, energieker en alerter door te komen. Een dutje voor je nachtdienst compenseert ook het gebrek aan slaap dat vaak ontstaat tijdens het draaien van nachtdiensten.

Benieuwd naar je eigen mentale fitheid?

Doe de test op fitjepensioenin.nl en ontdek het meteen.

Lees meer

Tip 4. Pak daglicht mee

Vergeet niet je dagelijkse portie daglicht mee te pakken. Daglicht is een eerste levensbehoefte. Door het draaien van nachtdiensten ontstaat er een kans dat je er te weinig mee in aanraking komt. Als je de buitenlucht en het daglicht opzoekt, krijg je energie en het houdt (winter)depressies buiten de deur. Pas wel op met teveel daglicht na een nachtdienst! Door daglicht wordt je lichaam actief en daardoor slaap je slechter. Draag daarom als je buiten komt (en het al licht is) een zonnebril of een bril met blauwlicht-filter.

Tip 5. Goede slaapomgeving

Zorg voor een koele, stille en donkere slaapkamer. Zeker na een nachtdienst is je slaapomgeving van groot belang. De kans om overdag gestoord te worden – door geluiden en licht – is simpelweg een stuk groter dan tijdens de nacht. Bereid je hierop voor. Zorg bijvoorbeeld voor verduisterende (rol)gordijnen, een slaapmasker en oordopjes. Vraag daarnaast aan je huisgenoten of familie om rekening met je te houden als je ligt te slapen.

Tips om wakker te blijven

En hier nog een aantal tips die je helpen om wakker te blijven tijdens je nachtdienst:

• Zorg voor voldoende verlichting op je werkplek. Dit helpt je om wakker te blijven.
• Probeer in beweging te blijven. Zeker bij zittend werk is het goed om af en toe een rondje te lopen.
• Eet niet te zwaar: dit zorgt ervoor dat je (extra) slaperig wordt.
• Zoek veel contact met collega’s en zorg als het kan voor afwisseling in wat je doet.

Bron: slaapwijzer.net