ikzorg

'Als dierenarts heb je ook met mensen te maken'

Geen zorgbaan is hetzelfde. Van huisarts tot sportcoach, van psychiater tot sociaal werker en van zorgen voor mensen tot zorgen voor dieren. Wat maken al die verschillende zorgprofessionals mee in hun werk? Wat maakt hun werk uniek? Daar lees je over in de rubriek ‘Ik zorg’. Deze editie: Robert van Nieuwaal (28). Hij werkt als spoeddierenarts bij ‒ onder andere ‒ Medisch Centrum voor Dieren in Amsterdam.

Je hebt net een nachtdienst gedraaid. Hoe verliep die?

‘Redelijk rustig. Er lagen tien dieren in de opname die de hele nacht zorg nodig hadden. Daarnaast slechts een paar bezoeken: een hond die rattengif had gegeten (potentieel levensgevaarlijk, in dit geval niet) en een kat die van vierhoog van het balkon was gevallen. Zij was er erg slecht aan toe. Ze ademde nog nauwelijks en had een sterk vertraagde hartfrequentie. Een operatie was nodig, maar financieel geen optie voor de eigenaar. Ik heb de kat moeten laten inslapen.’

Waarom ben je als spoeddierenarts in de nacht gaan werken en niet op kantoortijden bij een reguliere dierenartspraktijk?

‘Na mijn studie dierengeneeskunde was ik niet uitgeleerd. Ik wilde het werkveld verder verkennen, specialiseren. Op de spoed leer je onder hoge druk functioneren, samenwerken in een groot team en hier kom je de meeste specialisten tegen waar je van kunt leren. De spoedafdeling geldt in de dierengeneeskunde daarom als een springplank. Het is bovendien mooi en eervol werk. De mensen en hun huisdieren kunnen nergens anders terecht. Samen met een heel team sta je voor ze klaar en voer je levensreddend werk uit. Het is een haast onbeschrijflijk gevoel.’

Zorg je uitsluitend voor dieren, of ook een beetje voor de mensen die ze brengen?

‘Het is echt beide. Pas toen ik ging werken, besefte ik hoeveel je als dierenarts met mensen te maken hebt. School heeft me daar niet op voorbereid. Zeker in de nacht vang je ‒ samen met de paraveterinair ‒ mensen op die erg overstuur zijn. Hun dier is in levensgevaar en bij hun eigen dierenarts, bij wie ze zich vertrouwd voelen, kunnen ze niet terecht. Het is daarom aan mij om rust en zelfverzekerdheid uit te stralen. Daar zijn technieken voor, die ik mezelf heb aangeleerd. Ik heb gemerkt dat als ik een hand geef, rustig praat en ondertussen vast een klein onderzoek doe, mensen rustiger worden. Ik toon empathie en communiceer duidelijk: dit is wat er met je dier moet gebeuren, dit kost het en dit is de kans op beterschap. Met communicatie kun je vrijwel elke situatie rechttrekken.’

Privéproblemen delen op je werk? Zo doe je dat

Geldzorgen, ruzies, slapeloze nachten, verslaving. Maak je het op je werk bespreekbaar als er problemen in je privéleven spelen.

Lees meer

Maak je vaak mee dat mensen de zorg die hun dier nodig heeft niet kunnen betalen?

‘Veel te vaak. Elke week wel. Een opname in de nacht alleen al kost duizend euro, een operatie al snel het drie- of viervoudige. Als mensen niet kunnen of willen betalen, is euthanasie vaak de enige optie. Dit is een van de moeilijkste aspecten in dit werk. Vooral als het om een jong dier gaat, en ik wéét dat  een operatie levensreddend is. Dan blijft een dier me nog lang, lang bij.’

'Na mijn shift heb ik het katje samen met een paar bevriende dierenartsen geopereerd en opgelapt'

Heb je nooit gedacht: ik neem zo’n kat wel mee naar huis? 

‘Jawel, laatst nog. Precies de situatie die ik omschreef. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen een katje van nog geen één te euthanaseren, die nog alle kans had om van een val te herstellen. De eigenaar heeft hem overgedragen aan mij. Na mijn shift heb ik het katje samen met een paar bevriende dierenartsen geopereerd en opgelapt. In onze eigen tijd, in de praktijk van een vriend, waar we de faciliteiten mochten gebruiken. Mijn woonsituatie was ongeschikt voor dit katje, maar een groep studenten met een groot dierenhart heeft hem geadopteerd. Ze sturen me foto’s, hij loopt daar monter rond.’