Hoe ervaar jij het effect van regels en protocollen in de sector zorg en welzijn?
‘Ik begrijp dat je moet kunnen verantwoorden wat je doet en waarom. Maar de tijd die je daaraan kwijt bent, kun je niet aan de mensen besteden. We doen dit werk om mensen bij te staan of te verzorgen. Dat is waar we goed in zijn en waar we gelukkig van worden. Veel professionals voelen vanwege alle regels weinig ruimte om creatief te zijn en hun werk te doen. Dat vind ik zorgelijk. Het kost veel energie, en niet op de juiste manier. Dat zorgt in mijn vakgebied voor ongewenste uitstroom.’
Zie jij regels en protocollen als beperking, of ook als markering van de ruimte die je wél hebt?
‘Allebei. Ik maakte bijvoorbeeld een tijd geleden mee dat een man, die herstellende was van kanker, bij zijn zus woonde. Toen haar zoon onverwacht weer thuis kwam wonen, was er voor de man echter geen plek meer. In zo’n geval wordt – zonder de man gezien of gehoord te hebben – op routine door instanties besloten om hem in een crisisopvang te plaatsen. Maar niet alleen is dat duur, ook de omstandigheden (medebewoners met heftige problematiek) zijn voor hem niet optimaal voor zijn herstel. Doordat mijn collega’s en ik de mens niet uit het oog verloren, is hij overgebracht naar een hostel. Daar was hij veel beter op zijn plek. We zien als professional zelf het beste wat er in zo’n situatie nodig is. We moeten niet blind varen op regels en routine.’