ikzorg

‘Een kraamverzorgende moet een soort kameleon zijn’

Geen zorgbaan is hetzelfde. Van huisartsassistente tot sportcoach en van psychiater tot sociaal werker. Wat maken al die verschillende zorgprofessionals mee in hun werk? Wat maakt hun werk uniek en waar lopen ze tegenaan? Daar lees je over in de rubriek ‘Ik zorg’. Met in deze editie: Manon Timmerman (25), kraamverzorgende bij Naviva in Twente.

Wat doet een kraamverzorgende zoal?

‘Zorgen voor moeder en kind. Dat doe je ‒ normaal gesproken ‒ acht dagen achter elkaar bij de mensen thuis. Ik help bijvoorbeeld met de borstvoeding en het baden van het kindje, en ik houd de gezondheid van moeder en kind in de gaten. Ook monitor ik de groei van het kindje. Als iets niet in orde is, geef ik dat door aan de verloskundige, van wie ik zeg maar de oren en ogen ben. Daarnaast geeft een kraamverzorgende voortdurend voorlichting over de zorg voor het kindje. Want straks moeten ze het alleen redden.’

'Ik voel me al gauw onderdeel van een gezin'

Is het de intimiteit die dit werk zo mooi maakt?

‘Ja. De ouders vertrouwen jou de zorg voor hun kindje toe. Ze hebben daar negen maanden naar uitgekeken en nu is het er, en ik mag daar bij zijn! Ik voel me al gauw onderdeel van een gezin. Alles wordt met me gedeeld: geluk, onzekerheden. Als ik na die acht dagen weer vertrek, staan vader en moeder me vaak uit te zwaaien voor het raam. Dan zie ik ze daar staan, kindje op de arm, en weet ik dat het goed zit. Dat is een geweldig gevoel.’

Is het niet lastig om dan weer te vertrekken? Je hebt net zo’n intieme band opgebouwd.

‘Nee hoor, want ik weet dan dat het gezin het vanaf dat moment zelf kan. Er zijn twee momenten dat de mensen voor wie ik zorg, blij met me zijn: het moment dat ik aankom en het moment dat ik vertrek. In het begin vond ik het weleens lastig om de deur achter me dicht te trekken. Maar daar leer je mee omgaan.’

Inge geeft het stokje door aan Heidi

Eerste Week, Laatste Week is een portret van twee mensen die samenwerken in de zorg. Inge (64) gaat met pensioen en Heidi (48) heeft net de switch gemaakt van gehandicaptenzorg naar kraamzorg.

Lees meer

Wat als je geen vertrouwen hebt dat het gezin het zelf redt?

‘Dan nemen andere partijen in de zorgketen het over. Je kunt bijvoorbeeld het consultatiebureau vragen om eerder dan gepland langs te komen, ergens speciaal op te letten en dat te blijven monitoren. Of ik blijf een paar dagen langer, dat komt ook voor. In overleg met de verloskundige wordt bepaald of dat nodig is. Het is bijvoorbeeld nodig als het kindje niet hard genoeg groeit, of als de moeder als gevolg van een keizersnee nog niet mobiel genoeg is.’ 

De kraamzorg kampt met personeelstekort. Hoe beïnvloedt dat jouw werk?

‘Dat hangt af van hoe druk het is, in hoeverre vraag en aanbod in balans is: hoeveel kinderen worden er geboren en hoeveel kraamverzorgenden zijn er die periode beschikbaar? In het uiterste geval “dubbelen” we. Dan doe je twee gezinnen op één dag: de een ’s ochtends, de ander ’s middags. Zo zorgen we ervoor dat niemand zonder zorg komt te zitten. Dat zien we als onze zorgplicht. Vanwege de druk op de kraamzorg heeft Naviva ook een app ontwikkeld waar ouders terechtkunnen met vragen. In de app vind je veel instructiefilmpjes en informatie. Ook bieden we e-consulten aan: ouders kunnen beeldbellen met een kraamverzorgende als ze ergens hulp bij nodig hebben.’