ikzorg

‘Veel mensen hebben een persoonlijke aanleiding om te doneren’

Elke zorgfunctie is uniek, variërend van huisarts tot sportcoach en van psychiater tot sociaal werker. Wat zijn de ervaringen van deze diverse zorgprofessionals in hun dagelijkse werk? Wat maakt hun werk bijzonder en welke uitdagingen komen ze tegen? Ontdek het in de rubriek Ik zorg. In deze editie stellen we Patricia Vierhout-van Leeuwen (56) voor. Ze werkt als specialist bloedafname bij Sanquin in Delft en woont in Berkel en Rodenrijs.

Hoe gaat bloedafname in zijn werk?

‘Sanquin is de organisatie die de bloedvoorziening in Nederland verzorgt. We nemen bloed af van donoren en verwerken dat tot bloedproducten die patiënten nodig hebben, zoals bloedplaatjes, rode bloedcellen of bloedplasma. Bloed afnemen is mijn werk. Zodra de donor gecontroleerd is door een van mijn collega’s, komt die bij mij op de “afnamestoel”. Daar sluit ik hem of haar aan op een systeem dat automatisch de juiste hoeveelheid bloed in de bloedzakken laat stromen.’

Heb je weleens te maken met prikangst bij donoren? Hoe ga je daarmee om?

‘Ja, maar daar zijn we voor opgeleid. Ik stel mensen eerst gerust door een praatje met ze te maken. Ik leg uit wat ik aan het doen ben en wat de volgende stappen zijn. Bovenal ben ik kalm: als je zelf rustig bent, dan is de donor dat ook. Voor donoren die voor het eerst komen, trek ik extra tijd uit. En ik neem wat meer voorzorgsmaatregelen, zoals de stoel wat verder kantelen om flauwvallen tegen te gaan. Tijdens de bloedafname kom ik vaker even kijken hoe het met ze gaat.’

Je werkte hiervoor lang in de thuiszorg. Hoe ben je in dit werk terechtgekomen? 

‘Ik was zelf donor. Mijn vader, die aan kanker leed, spuugde op een gegeven moment veel bloed en had zeven zakken gedoneerd bloed nodig om dat weer aan te vullen. Ik besloot iets terug te doen, door zelf bloed te doneren. Tijdens een donatie viel mijn oog op een wervingsposter waarop stond dat ze bij Sanquin donorassistenten zochten — zo heette dat toen nog. Na dertien jaar in de thuiszorg had ik wel zin in iets anders. De opleiding duurde een paar maanden. Nu leid ik zelf nieuwe medewerkers op, samen met een collega.’ 

'Ik weet zelf hoe belangrijk dit werk is'

Door omstandigheden thuis woonde zangeres Shary-An vanaf haar dertiende in logeerhuizen van Jeugdformaat. Ze wil in de toekomst ook iets betekenen voor kinderen die het moeilijk hebben, want ze weet uit ervaring hoe belangrijk het werk van zorg- en welzijnsmedewerkers is.

Lees meer

Wat zijn de zware kanten van het werk?

‘Soms blijkt uit de medische keuring dat een potentiële donor geen bloed mag geven of dat een ervaren donor dat voortaan niet meer mag doen. Omdat ze zelf ziek zijn geworden, vaak flauwvallen of afwijkende bloedwaarden hebben. Maar donoren zijn vaak erg gemotiveerd om bloed te geven. Dat nieuws valt ze dan rauw op hun dak. Ik vind het moeilijk om mensen te moeten afwijzen. Dan zie ik de teleurstelling in hun ogen. Het wordt overigens wel altijd geaccepteerd.’

Komt het weleens tot goede gesprekken met bloeddonoren, als ze eenmaal in die stoel liggen? 

‘Veel donoren hebben – net zoals ik dat had – een persoonlijke aanleiding om te doneren. Een geliefde die bloed nodig had na een verkeersongeluk, bijvoorbeeld. Ik vraag altijd wat donoren motiveert. Dat leidt meestal tot een mooi, oprecht gesprek dat me raakt. Ik vind het een geweldig onderdeel van mijn werk. Het contact wordt nog beter als donoren vaker komen en langer op de stoel liggen, zoals het geval is bij bloedplasmadonaties. Via die weg heb ik mijn man leren kennen!’

'Als de Sanquin-bus wegrijdt, denk ik weer even aan hoe bloeddonatie levens redt'

Wat leuk! Wat zijn andere mooie kanten van je werk?

‘Het besef dat dit werk levens redt. Dat doen we samen: de arts die de medische checks doet bij donoren, de donor zelf, wij als bloedafnamespecialisten, de chauffeur die de bloedproducten naar het lab rijdt, de labmedewerkers die er verder mee aan de slag gaan  tot en met de arts die een bloedtransfusie aanlegt bij een patiënt. Soms, als ik ’s avonds na het werk de Sanquin-bus zie wegrijden, denk ik even aan die hele keten en hoe iedereen daarin samenwerkt.’