Zo maak je goede voornemens die je wél volhoudt: 5 tips

Tip 1. Bedenk waaróm je het wilt

Stel, in het nieuwe jaar ga je minder snoepen. Goed voornemen. Maar waarom wil je dat? Waar sta je nu en waar wil je naartoe? Waarom is het voor jou belangrijk om minder te snoepen?

Het lijkt overdreven om over iets als ‘minder snoepen’ zo diep na te denken. Maar als je niet weet waarom je iets wilt, is de kans klein dat je een haalbaar goed voornemen opstelt. Laat staan dat je het kunt volhouden. Want is het niet veel makkelijker om jezelf te motiveren als je weet waar je het voor doet? Dus wil je minder snoepen, omdat je bang bent dat je anders de volgende keer bij de tandarts een gaatje moet laten vullen? Of wil je minder snoepen omdat je wilt afvallen?

Tip 2. Maak je voornemen meetbaar

Je bent er over uit: je wilt minder snoepen, omdat je graag wat kilo’s kwijt wilt. Maar hoeveel is ‘wat kilo’s’? Vage doelen zijn gedoemd te mislukken. Je weet immers niet hoeveel je precies wilt afvallen en binnen welke tijd, dus het komt wel een keer… Of niet. Maak je plan daarom concreet, met cijfers. Bijvoorbeeld: op 1 april ben ik drie kilo afgevallen. Vervolgens kun je dit doel zelfs nog opdelen in subdoelen. Eén kilo op 1 februari, twee kilo op 1 maart, etc.

Tip 3. Wees realistisch

Natuurlijk, het is een héél goed voornemen: om je doel om drie kilo af te vallen een extra boost te geven, ga je vanaf januari drie keer per week naar de sportschool. Je bent immers al maandenlang niet geweest, dus dat werd wel weer eens tijd. Maar wacht even: waarom denk je dat het vanaf januari ineens wel gaat lukken – en de afgelopen maanden niet? Naast je werk, je drukke sociale leven en misschien ook nog je gezin…

Start je vanaf nul? Begin dan liever met één keer per week. Dat is realistischer én makkelijker vol te houden. Als het lukt, geeft het jou een trots gevoel – in plaats van dat je baalt als je je had voorgenomen drie keer te gaan en dat niet lukt. Merk je dat één keer sporten je makkelijk afgaat? Dan ga je voortaan een keertje extra. En iedere keer dat dát lukt, voelt als een mega overwinning!

Tip 4. Deel je doelen met je omgeving

Je herkent het vast wel. Je komt thuis van je werk en hebt NUL zin om nog te gaan sporten. Maar ja, je vriendin rekent op je. Dus trek je toch je sportkleding aan. Je wilt haar immers niet laten zitten. Zo werkt het ook met doelen stellen. Door je voornemen met iemand te delen, of zelfs samen aan hetzelfde doel te werken, ben je gemotiveerder om het vol te houden. Je hebt dan iemand die jou er subtiel aan herinnert én je motiveert als het even tegenzit.

Tip 5. Heb geduld

Goed, het is 1 januari: tijd om aan je goede voornemen te gaan werken. En… geduld te hebben. Het veranderen van gewoonten duurt gemiddeld 66 dagen. Dat is meer dan negen weken. Tegen die tijd is het alweer maart. Zo lang heb je dus nodig om van jouw nieuwe gedrag een automatisme te maken. Zeker als het een voornemen is dat best wat van je vraagt. Dus geef vooral niet op als je er aan het einde van de eerste maand nog niet helemaal lekker in zit. Heb geduld: de aanhouder wint!