het verhaal van...

'Ik had twee jaar geleden al aan de bel moeten trekken'

Van origine is ze recoveryverpleegkundige op de OK. Toen het coronavirus Nederland bereikte en haar ic-collega’s om versterking vroegen, twijfelde ze geen seconde en werd Sygrid (28) buddy op de COVID-ic. Nu, ruim een jaar later, is ze bezweken onder de werkdruk en moet ze iets doen wat ze lange tijd niet heeft gedaan: zichzelf op de eerste plaats zetten. Om straks weer voor anderen te kunnen zorgen.

Hoe voel je je nu?

'Ik ben moe. Heel erg moe. Ik zit nu zo’n anderhalve maand thuis en ik besef steeds meer hoe ver ik het heb laten komen. Alles voelt zwaar. Als ik op de bank ga zitten, voelt het alsof ik vacuüm word gezogen en ik niet meer op kan staan. Een appje of e-mail sturen is al te veel en ik heb oorsuizen. Zowel mijn hoofd als mijn lichaam zijn totaal overbelast.'

portret-sygrid-zittend.png

Hoe is het zo ver gekomen?

'Voor mij is dit de derde keer dat ik met burn-out klachten thuis zit. De eerste keer was ongeveer twee jaar geleden en de tweede keer net na de eerste coronagolf in maart 2020. Beide keren had ik dezelfde klachten als nu. De eerste keer heb ik twee maanden niet gewerkt, maar in 2020 ben ik alleen tijdelijk een dag minder gaan werken, maar wel doorgegaan. Ik had in korte tijd privé een aantal heftige dingen meegemaakt en zocht afleiding in mijn werk. Maar de werkdruk en het verantwoordelijkheidsgevoel zijn zo hoog en groot, dat ik de dingen die ik heb meegemaakt geen plekje heb kunnen geven. Dat heeft me nu ingehaald.'

'Ik voelde me een mislukkeling. Dit moest ik toch aankunnen?'

Net je diploma behaald en aan het werk; dan kun je de wereld aan... Toch?

Lees meer

Kun je iets meer vertellen over dat verantwoordelijkheidsgevoel?

'De werkdruk in de zorg is hoog. Met corona al helemaal, maar normaal ook. Als ik toegeef dat ik het niet trek, zadel ik mijn collega’s met extra werk op. Iedereen loopt op zijn tenen en dan komen er door mij nog meer diensten vrij. Dat is iets waar ik – ook nu ik thuis zit – continu mee bezig ben. Wie zorgt er voor de patiënt als ik er niet ben? En dan staat de OK nog een vierde golf te wachten, door alle reguliere zorg die moet worden ingehaald. Houden mijn collega’s het wel vol? Ik weet dat ik dat nu helemaal los moet laten, maar dat vind ik heel moeilijk.'

'Ik moet nu eerst voor mezelf zorgen, zodat ik later weer beter voor anderen kan zorgen'

Heeft het werken onder omstandigheden zoals met corona ook mooie dingen gebracht?

'Zeker weten, daar hebben we het met collega’s vaak over gehad. We hebben geleerd om écht samen te werken. Je hebt namelijk geen keus, je móet het samen doen. Normaal zijn de ic en de OK twee aparte afdelingen. Ineens werk je intensief samen en maak je heftige dingen mee. In het begin vond ik het heel pittig, omdat je op een onbekende afdeling met onbekende collega’s en ‘onveilige’ patiënten werkt. Het werk is anders, je weet niet waar alle spullen liggen en je wilt je bewijzen. Maar de collega’s op de ic waren zo dankbaar en blij dat we er waren. Ze stelden zich open en hielpen ons overal bij. Het laat zien hoeveel passie we voor ons werk hebben. Dat maakt me trots, zowel op mijn collega’s als op mezelf.

En hoewel het voor buitenstaanders misschien moeilijk te begrijpen is, hebben we ook veel lol gehad op de ic. Humor speelt in de zorg zo’n belangrijke rol. Het helpt je relativeren en sleept je er doorheen.'

portret-sygrid-leest.png

Had je, achteraf gezien, eerder aan de bel moeten trekken?

'Aan de ene kant niet, want deze keer ging het tot op het laatste moment eigenlijk best goed met me. Na de eerste golf had ik moeite om de nare herinneringen te verwerken, maar deze keer voelde ik me goed en dat maakte me trots. Wel was ik net voordat ik uitviel wat emotioneler: ik vond het moeilijk om over mijn werk praten zonder te huilen. Terwijl ik normaal goed kan relativeren. Dat moet ook, want je kunt niet alle heftige dingen die je op de OK meemaakt, mee naar huis nemen. Achteraf gezien, was dat wel een teken dat het niet goed met me ging.

Aan de andere kant is het eigenlijk zo dat ik twee jaar geleden al aan de bel had moeten trekken. Ik had toen al de verantwoordelijkheid moeten nemen om voor mezelf te kiezen, de gebeurtenissen uit mijn privéleven eerst moeten verwerken. Maar ik gunde mezelf niet genoeg tijd en besloot me snel weer op mijn werk te storten. Nu weet ik dat ik de enige ben die dit op kan lossen. Ik moet eerst voor mezelf zorgen, zodat ik later weer beter voor anderen kan zorgen. Het is voor mij nu echt nog te vroeg om al na te denken over de terugkeer naar mijn werk.'