Tip 1. Praat vanuit je eigen gevoel
Als je boos, geïrriteerd of verdrietig bent, ben je sneller geneigd om met je vinger naar een ander te wijzen. Maar begin altijd vanuit jezelf. Gebruik de ik-vorm, bijvoorbeeld: ‘Ik vind het vervelend dat je weinig initiatief neemt’ in plaats van ‘Je neemt nooit initiatief’. Geef concrete voorbeelden, zodat je collega weet waar het om gaat. Vraag ook naar de mening van de ander. Zo maak je het gesprek opener en positiever. Vrooland: ‘Vraag ook naar de beleving van de ander. Door van gedachten te wisselen, kijk je beiden positiever terug op het gesprek.’