tips

Durf jij eerlijk te zijn tegen je collega’s?

Je kunt pas écht goed samenwerken als je eerlijk bent tegen je collega’s – en zij tegen jou. Maar hoe zorg je voor een werkplek waar iedereen zich veilig voelt om open te zijn? Deze tips helpen je op weg.

Tip 1. Praat vanuit jezelf

Soms is er spanning of een meningsverschil met een collega. Daar mag je boos, geïrriteerd of verdrietig over zijn. Maar wijs niet gelijk met je vinger naar iemand anders. Probeer in plaats daarvan iets altijd vanuit jezelf te benoemen. Zo kun je open het gesprek aangaan en problemen op een rustige manier oplossen. Dus niet: ‘Niemand kan eerlijk tegen jou zijn!’, maar: ‘Ik heb het gevoel dat ik niet eerlijk tegen je kan zijn.’

Tip 2. Wees open over je bedoelingen

Eerlijk zijn draait niet alleen om wat je zegt, maar ook om waarom je iets zegt. Wees helder over je bedoelingen en zorg ervoor dat je niets achterhoudt. Als je aangeeft dat je iets bespreekt om samen verder te komen, dan groeit het onderlinge vertrouwen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik wil dit delen omdat ik denk dat we er samen beter van worden.’

twee verpleegkundigen overleggen bij leeg ziekenhuisbed

Tip 3. Neem verantwoordelijkheid

Bij eerlijk zijn komt verantwoordelijkheid kijken. Geef dus ook je eigen fouten toe en deel wat je voelt. Alleen als je zelf open bent, kun je dat ook van anderen verwachten. Dat geeft vertrouwen. En jij voelt je zekerder op je werk.

Waarom vertrouw je de ene collega meer dan de andere?

  • Eerlijkheid en openheid: Collega’s die zeggen wat ze bedoelen en bedoelen wat ze zeggen, roepen vertrouwen op.
  • Voorspelbaarheid: Je weet waar je aan toe bent, omdat deze collega’s consistent zijn in hun gedrag.
  • Geen verborgen agenda: Je merkt dat ze geen ‘spelletjes’ spelen of informatie achterhouden.
  • Kwetsbaarheid tonen: Collega’s die hun eigen fouten of twijfels durven toegeven, komen menselijk en benaderbaar over.
  • Wederzijds respect: Ze luisteren naar jou en nemen je serieus.

Tip 4. Zeg ook wat goed gaat

Wil je iets zeggen over het gedrag van een collega? Vergeet dan niet ook iets positiefs te benoemen of een compliment te maken. Bijvoorbeeld: ‘Ik vond het vervelend dat je vandaag te laat bij onze afspraak was, maar ik vind het fijn dat je me hebt geholpen toen onze cliënt zich zo vervelend gedroeg.’ Zo voelt je collega zich gehoord én gewaardeerd.

Verpleegsters houden koffiepauze

Tip 5. Geef een duidelijk voorbeeld

Loop je ergens tegenaan op de werkvloer of voel je je niet prettig bij wat een collega doet of zegt? Wees transparant en maak het duidelijk met een concreet voorbeeld. Je zegt bijvoorbeeld: ‘Ik voel me soms buitengesloten. Zoals gisteren, toen jullie een besluit namen in het teamoverleg zonder mijn mening te vragen.’ Zo weet de ander wat je bedoelt én hoe het anders kan. Dat zorgt voor meer begrip en een fijnere samenwerking.

Tip 6. Plan vaste feedbackmomenten

Met elkaar praten over wat wel en niet goed gaat, is de sleutel tot succes. Maar doe dat niet waar een cliënt bij is. Plan een vast moment met je collega(’s), waarop je elkaar feedback geeft. Door eerlijker te zijn, help je elkaar groeien en bereik je samen het maximale resultaat. Voor jezelf, je team en natuurlijk voor je cliënten.